Hoe plan je voor een toetsweek
Stap 1
Bekijk wat je moet leren voor elke toets.
Stap 2
Bekijk per toets of je de stof kan opdelen in kleinere stukken.
Stap 3
Tel het aantal delen dat je moet leren voor elk vak.
Stap 4
Tel het aantal dagen tot de toetsen.
Stap 5
Plan van achter naar voren voor elke toets. Dus het laatste wat je gaat leren plan je eerst. Begin met de toets die je als eerste hebt.
Stap 6
Schrijf op in je weekplanner wat je de aankomende week moet leren.
Voorbeeld
Het is 10 januari en de toetsweek begint op 31 januari. Op 31 januari heb je een toets wiskunde. Je begint met bekijken wat je moet leren voor de toets (stap 1). Dat is voor wiskunde hoofdstuk 5. Je bekijkt hoe je het kan opdelen in kleinere stukken (stap 2). Er zijn 5 paragrafen met theorie en een oefentoets. Je telt het aantal delen dat je moet leren (stap 3). Je kan de stof opdelen in 7 stukken (5 paragrafen, 1 oefentoets en 1 extra voor herhaling). Je telt het aantal dagen tot de toets (stap 4). Dat zijn 21 dagen. Je plant van achter naar voren (stap 5). Op 30 januari herhaal je alles, op 29 januari maak je de oefentoets, op 28 januari leer je de theorie van paragraaf 5 enz. Als laatste schrijf je op wat je de aankomende week moet leren voor de toets (stap 6). Dat is voor deze toets niks. Je begint met het opschrijven van de delen in de week van 20 januari omdat de eerste keer dat je moet leren op 24 januari zal zijn (namelijk theorie van paragraaf 1 leren).